Strijdschrift De eerste 1000 dagen
Themanummer van het tijdschrift Systeemtheoretisch Bulletin
De eerste 1000 dagen: dat deze belangrijk zijn, is een open deur. Maar recent werd het ‘eerste 1000 dagen’-merk wel heel sterk. De overheid maakte er een speerpunt van. In de hoofden en de harten van (aanstaande) ouders gaat het concept vaak gecombineerd met een schuldgevoel. In dit (s)t(r)ijdschrift vroegen pedagogen en initaiefnemers Philippe Noens en Stefan Ramaekers aan een reeks deskundigen en mensen uit de praktijk om de positieve punten, maar ook hun bezorgdheden te delen.
Op 15 mei 2024, op de Internationale Dag van het Gezin, stelden we het strijdschrift voor tijdens een studievoormiddag.
Wil je zelf een exemplaar van deze publicatie?
De eerste 1000 dagen
‘Hoe de eerste 1000 dagen de rest van jouw leven bepalen.’ ‘Het fundamentele belang van een goed begin.’ ‘De levenslange impact van de jonge jaren.’ Als er één opvoedingsidee sterk onder de aandacht kwam de laatste jaren is het wel dat de eerste 1000 dagen hun stempel drukken op ons latere leven. Onze fysieke en mentale gezondheid, onze relaties, onze carrière: ze schieten schijnbaar reeds wortel in onze allerjongste kinderjaren.
Er schort er van alles aan dat opvoedingsidee, aldus pedagogen Stefan Ramaekers (KU Leuven) en Philippe Noens (Hogeschool Odisee). Het legt te veel druk op de schouders van ouders, en laat hen achter met de gedachte dat gewoon niet langer genoeg is. Door zo sterk de nadruk te leggen op deze periode riskeren schaarse middelen volledig naar deze levensfase te gaan, terwijl andere sectoren die jonge gezinnen omkaderen, zoals de kinderopvang, net nu onder druk staan.
Naar aanleiding van de Inspiratienota Vroeg en Nabij in 2022 publiceerden Philippe Noens en Stefan Ramaekers op 31 mei 2022 het opiniestuk ‘Wat na de eerste 1000 dagen?’ op Sociaal.net. Er kwam veel reactie; het was duidelijk dat het begrip ‘de eerste 1000 dagen’ leefde. Het Systeemtheoretische Bulletin vroeg om dit stuk uit te breiden tot een artikel, dat werd gepubliceerd in SB, jaargang 41, editie 2 (2023). Tegelijk kreeg de idee vorm om de vele stemmen die we hoorden te bundelen. Het boek werd uiteindelijk een (s)t(r)ijdschrift als één van de nummers van het Systeemtheoretisch Bulletin (SB).
We spreken over het boek als een ‘strijdschrift’ omdat de verschillende bijdragen niet alleen tijds- maar ook ‘strijdgebonden’ zijn. Elke bijdrage vertrekt vanuit een bekommernis. Elke auteur wil zijn of haar zorg in de arena gooien, en dit vanuit verschillende invalshoeken: onderzoeks- en beleidsmatig, praktijk-georiënteerd, of meer persoonlijk.
De theoretische reflecties zijn van de hand van Bea Van den Bergh, Hans Van Crombrugge, Nicole Vliegen, Pascal Debruyne, Jan Naert en Rudi Roose, en Gianni Loosveldt en Kathleen Emmery. De sectorgerichte stukken werden geschreven door Ae Ra Van Geel, Annemie Vanelven, Sara Janssens en Sabine Bracke, Annelies Van Acker, Sabine Vermeire, Véronique Wyckaert en Nicky Van Havere. De bijdragen uit gezins- en opvoedingsondersteuning werden opgemaakt door Ilse De Block, Jan-Maarten Dooremont, Karlien Craps, Maud Blondé, Annelies Sterckx en An Piessens. Het boek wordt in- en uitgeleid door Philippe Noens en Stefan Ramaekers.
We hebben ervoor gekozen de bijdragen niet af te grenzen binnen een welbepaalde categorie maar met elkaar in debat te laten gaan, in lijn met het meerzijdige ‘strijdtoneel’ dat het debat over de eerste 1000 dagen is. Een debat waar een wetenschappelijke stem niet boven, maar naast die van een sociale professional én die van gezinnen hoort te staan.
Dag van het Gezin 2024
Op 15 mei, op de Internationale Dag van het Gezin, stelden we het strijdschrift voor tijdens een studievoormiddag. We nodigden uit tot een debat over het wel en wee van de eerste 1000 dagen.
Bekijk het programma en de presentaties.
Bekijk alle bijdragen
Enkele strijdpunten
“Het eerste dagen discours is bovenal een middenklasse discours,” zegt Karlien Craps, algemeen coördinator van Home-Start Vlaanderen, een organisatie die gezinnen in kwetsbare situaties ondersteunt bij de opvoeding. “Het roept ouders op om positief op te voeden, werk te maken van een veilige hechting, of voldoende prikkels aan te bieden. Ouders in een precaire situatie zijn tijdens die eerste 1000 dagen eerder gebaat met iemand die mee zoekt naar een betaalbare en meer gezonde woning of toeleidt naar goede kinderopvang.”
“Nu wijzen we ouders te sterk op hun individuele opvoedingsverantwoordelijkheid,” vindt Ilse de Block van de Opvoedingslijn. “Alsof een goede start aanbieden toch vooral de taak van de ouders is. Maar zo’n goede start is, net als kinderarmoede of jeugdwerkloosheid, meer een maatschappelijke kwestie dan een individuele opdracht.”
“Een ‘optimale start’, wat houdt dat ook in?,” vraagt Jan-Maarten Dooremont van inloopteam de Sloep, een toegangspoort voor laagdrempelige gezinsondersteuning aan gezinnen in kwetsbare situaties. “Opvoedingsdoelen kunnen sterk verschillen, en worden ook cultureel ingekleurd. In heel wat huishoudens bidt men bijvoorbeeld samen, omdat ouders het belangrijk vinden dat hun kinderen reeds op jonge leeftijd in aanraking komen met religie.”
Het discours zelf is ook niet altijd consequent. “In de wereld van adoptie hoor je vaak een omgekeerde boodschap”, stipt psychologisch consulent Ae Ra van Geel aan. “Door te stellen dat geadopteerden zich wellicht niet veel herinneren van die eerste moeilijke periode en hier alsnog goed terecht zijn gekomen lijkt het alsof die eerste 1000 dagen bij hen minder van tel zijn.”
Bovendien zijn vooral jonge ouders vatbaar voor toekomstgericht denken. “Vanuit een overtrokken geloof in maakbaarheid. Maar we kunnen helaas de toekomst van onze kinderen niet vastleggen. Wie voor kinderen gaat, kiest radicaal voor het onbekende”, stelt Philippe Noens.
Is er dan niks goeds aan de eerste 1000 dagen? “Natuurlijk wel,” zegt Stefan Ramaekers. “De eerste 1000 dagen zijn een sterk merk. Het begrip capteert goed dat investeren in gezinnen loont. Maar dat idee mag niet leiden tot een tunnelvisie. Wat we in de kindertijd zaaien, zullen we later niet oogsten.”
“We willen ook waarschuwen voor een overheid die meent er goed aan te doen om middelen en mankracht te herverdelen”, vult Noens aan. “Het is een hardnekkige mythe dat de ‘return on investment’ het grootst is bij jonge kinderen. Leeftijd is een slechte raadgever om bijvoorbeeld ouderschapsverlof of verplichte kinderopvang door te duwen. Je laat je beter leiden door de individuele vragen en noden van een gezin.”
Dit strijdschrift is een samenwerking tussen het Kenniscentrum Gezinswetenschappen, Katholieke Universiteit Leuven en de Interactie Academie. Je kan hier alle bijdragen bekijken van dit themanummer dat verscheen als nr 1 van jaargang 42 (jan-april 2024) van het Systeemtheoretisch Bulletin. Gedrukte versies zijn echter voorbehouden aan abonnees van het Systeemtheoretisch Bulletin, uitgegeven door de Interactie Academie.