Naar een kwaliteitsvolle impactmeting van mobiele gezinsondersteuning

Vrijwilligersorganisaties zoals Homestart, De Katrol, StapSteen en Le Petit Vélo Jaune bieden laagdrempelige en gratis ondersteuning aan zwangeren en aan gezinnen met jonge kinderen in kwetsbare situaties. In Mechelen is er het project OPkomst waarin een multidisciplinair team aanstaande ouders ondersteunt tot het kind 6 maanden is.

Deze organisaties stellen zich de vraag: Wat is de impact van deze begeleiding? Hoe kun je deze ondersteuning aan huis kwaliteitsvol en nauwkeurig meten?

We besloten om deze vragen te onderzoeken met een projectgroep van het tweede jaar Gezinswetenschappen in het academiejaar 2020-2021. In overleg met de betrokken organisaties bepaalden we de grote lijnen van het onderzoek.

Logo van organisatie Home-Start die gezinsondersteuning aanbiedt en diverse gezinnen toont op een groene achtergrond
Looptijd
/

Vrijwilligersorganisaties zoals Homestart, De Katrol, StapSteen en Le Petit Vélo Jaune bieden laagdrempelige en gratis ondersteuning aan zwangeren en aan gezinnen met jonge kinderen in kwetsbare situaties. In Mechelen is er het project OPkomst waarin een multidisciplinair team aanstaande ouders ondersteunt tot het kind 6 maanden is.

Een vrijwilliger gaat wekelijks een paar uurtjes langs en ondersteunt het gezin. De ondersteuningsvragen zijn heel verscheiden: een uitstap in de buurt, het huiswerk van de kinderen, een hobby zoeken, Nederlands oefenen, een spelletje spelen, contacten leggen met diensten, administratie in orde brengen of iets anders op vraag van het gezin. Een begeleiding duurt ongeveer een jaar. Het uitgangspunt is een kracht- gerichte aanpak, waarbij (aanstaande) ouders en kinderen en hun sterke kant en hun sociale netwerk kunnen benutten en uitbreiden.

Heel wat studenten en afgestudeerden in Gezinswetenschappen zijn als vrijwilliger actief in een dergelijke organisatie.

Naast vrijwilligersorganisaties, zijn er ook organisaties die beroepskrachten inzetten voor de ondersteuning aan huis. Het project OPkomst is daar een voorbeeld van. Een maatschappelijk werkers, een gezinsbegeleidster en een vroedvrouw maken deel uit van het multidisciplinair team dat aanstaande ouders ondersteunt.

Wat is de impact?

Deze organisaties stellen zich de vraag: Wat is de impact van deze begeleiding? Hoe kun je deze ondersteuning aan huis kwaliteitsvol en nauwkeurig meten?

We besloten om deze vragen te onderzoeken met een projectgroep van het tweede jaar Gezinswetenschappen in het academiejaar 2020-2021. In overleg met de betrokken organisaties bepaalden we de grote lijnen van het onderzoek.

Het doel van het onderzoek was om bij de ouders te peilen naar:

  • hoe zij de vrijwilligersbezoeken hebben ervaren;
  • wat voor betekenis en waarde de ondersteuning in hun leven en dat van hun gezinsleden had én heeft;
  • welk merkbare invloed de ondersteuning heeft gehad.

Terugkijkend vertellen

Als methode kozen we voor een retrospectief onderzoek met narratieve inslag: de studenten gingen praten met gezinnen waarvan het ondersteuningstraject was afgerond. Op basis van een open vraagstelling wilden we anekdotes en ervaringen van ouders verzamelen, zodat we op een gelaagde en genuanceerde manier een indruk konden krijgen van de wijze waarop ouders de ondersteuning hebben ervaren en welke concrete veranderingen de ondersteuning heeft teweeggebracht in het gezinsleven.

Gespreksleidraad

De studenten gingen in duo praten met ouders die vrij recent een traject liepen bij een van de betrokken organisaties.

Als onderzoeksinstrument hanteerden de studenten semigestructureerde interviews, op basis van een gespreksleidraad, die in overleg met de betrokken organisaties werd opgesteld.

De gespreksleidraad bestond uit vier grote insteken:

  • peilen naar het afgelegde traject;
  • peilen naar de relatie met de vrijwilliger;
  • peilen naar de impact van de ondersteuning;
  • peilen naar de algemene tevredenheid.

De ouders

Er werden 18 ouders bereid gevonden om mee te werken (17 vrouwen, 1 man), maar om uiteenlopende redenen werd uiteindelijk van 10 ouders een interview afgenomen. Zeven van hen waren op het moment van de ondersteuning alleenstaand. Drie van de 10 gesprekken verliepen in het Engels. Eén (telefonisch) gesprek verliep in het Arabisch en kreeg een Nederlandse transcriptie.

De tevredenheid over de begeleiding was over het algemeen groot en de ouders waren optimistisch over de impact ervan op hun gezinsleven.

Vervolg

De relevantie van dit soort impactonderzoek bleek uiteindelijk zo groot dat een vervolg(onderzoek) niet kon uitblijven. Volgende logische stap is om een impactmeter te ontwikkelen.

  • Met het oog hierop kreeg het onderzoek een vervolg in de projectwerking van de tweede opleidingsfase van Gezinswetenschappen tijdens het academiejaar 2021-2022, begeleid door onderzoeker Philippe Noens
  • Net zoals het vooronderzoek kreeg dit vervolgonderzoek niet alleen co-creatief met studenten maar ook met de betrokken werkveldpartners vorm. Een stuurgroep van leden uit het werkveld en projectbegeleider wordt aangevuld met collega en onderzoeker Kristien Nys
  • Een vijftal derdejaarsstudenten liepen stage bij een van de betrokken partnerorganisaties. Zij gingen tijdens hun stage met de impactmeter aan de slag. Op basis van interviews en eigen ervaringen werd de impactmeter verder verfijnd op maat van de betrokken organisaties en de gezinnen die ze ondersteunen. Een van de studenten, Vicky De Keersmaecker, ontwikkelde in het kader van haar bachelorproef een impact-balansmeter met visuele ondersteuningselementen voor De Katrol.

 

“Ik vond het een fijne manier van werken: ik denk dat alle zorgen naar voor zijn kunnen komen en dat de onderzoekers goede alternatieven / antwoorden aangereikt hebben.”
Karlien Craps
Algemeen coördinator Home-Start Vlaanderen