Geïntegreerde gezinsondersteuning in Brussel

Looptijd
/
Onderzoeksproject

Geïntegreerde gezinsondersteuning in Brussel

Een goede begeleiding van toekomstige ouders en van ouders met jonge kinderen, is cruciaal voor het welbevinden van gezinnen en kinderen. In Brussel zijn heel wat ondersteunende diensten en organisaties voor ouders en kinderen. De weg naar gezinsondersteunende initiatieven is echter niet altijd gemakkelijk te vinden. Ook de doorstroom tussen gezinsondersteunende initiatieven is niet altijd optimaal.

De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) wilde zicht krijgen op de drempels van de in- en doorstroom naar Nederlandstalige gezinsondersteunende initiatieven in Brussel, én hoe die drempels weggewerkt kunnen worden. Ze financierde daarom het onderzoekstraject 'Geïntegreerde gezinsondersteuning voor (toekomstige) ouders en hun jonge kinderen in Brussel'.

In de periode 1 juni 2018 tot en met 31 december 2018 bevroegen we:

  • 277 (toekomstige) ouders (online en face to face)
  • 31 medewerkers van 20 Brusselse initiatieven (face to face).

Studenten van de tweede opleidingsfase van de bacheloropeiding Gezinswetenschappen werkten actief mee aan de bevraging van de ouders. Daarnaast consulteerden we verschillende cijfer- en tekstbronnen die ons inzicht gaven in de Brusselse context.

gezinsondersteuning

Onderzoeksresultaten

Om de bevindingen van ons onderzoek zo ruim mogelijk te verspreiden, publiceerden we niet enkel een onderzoeksrapport, maar ook maakten we pook een ruime samenvatting in het Nederlands, het Frans en het Engels.

Voor ouders maakten we een toegankelijke ouderbrochure in het Nederlands, het Frans en het Engels.

 

Wat vertelt het onderzoek?

  1. 1

    Brussel kent uitdagingen op verschillende domeinen

    • De demografische context kenmerkt zich onder meer door een toename van het aantal geboorten en een groeiende diversiteit op vlak van taal, cultuur, socio-economische positie (o.a. kansarmoede, scholings- en tewerkstellingsgraad).
    • In Brussel zijn verschillende regelgevende kaders van kracht die inspelen op het PGO-aanbod, en de betrokken overheden maken niet altijd dezelfde beleidskeuzes.
  2. 2

    Er is echt wel nood aan gezinsondersteuning

    • De noden van Brusselse jonge gezinnen zijn gevarieerd maar ook heel uitgesproken.
    • Ouders willen ondersteuning bij de opvoeding (85,4%), de ontwikkeling van de kinderen (91%), de lichamelijke en mentale gezondheid van ouders (56,2%), en inzake de organisatie en invulling van opvang en vrije tijd (tot 92%)
    • Ook de nood aan ondersteuning in financiële kwesties en inzake huisvesting springt in het oog.
    • Specifiek voor kwetsbare ouders en kinderen zien werkveldactoren vooral een grote nood aan psychosociale steun en maatschappelijke dienstverlening.
  3. 3

    Het gezinsondersteunende aanbod is te weinig bekend bij Brusselse ouders en niet altijd behoeftedekkend

    • De ouders zijn meestal wel vertrouwd met de ondersteuning van een huisarts, vroedvrouw, materniteit of de consultatiebureaus: ze kennen deze initiatieven en hebben er een beroep op gedaan. Dat is veel minder het geval voor initiatieven van het Huis van het Kind-Ket in Brussel vzw en van andere initiatieven die psychosociale steun of ondersteuning bij de opvoeding bieden.
    • Ook werkveldactoren vinden het aanbod weinig transparant en zien dat er vooral voor kwetsbare ouders niet altijd gepaste en betaalbare ondersteuning bereikbaar of beschikbaar is (bv. hulp voor hun psychosociale, financiële, materiële of huisvestingsnoden). Het betreft zowel over wijk-specifieke leemtes als leemtes die zich over de verschillende Brusselse gemeenten en wijken uitstrekken.

Aanbevelingen om de ondersteuning toegankelijker te maken:

  • Continu en via verschillende kanalen inzetten op bekendmaking bij ouders en het werkveld
  • Troeven van bestaande initiatieven erkennen en in the picture zetten (bv. met oog op warme doorverwijzing en opvolging)
  • Blijven inzetten op een verscheiden aanbod op maat van gezinnen
  • Prioritair inzetten op een sterk basisaanbod in de wijken met een hoog geboortecijfer en een hoge kansarmoede-index. Een basisaanbod moet informatie en ondersteuning (digitaal, individueel, in groep) inhouden. Een ruimte waar kinderen kunnen spelen en ouders elkaar ontmoeten is belangrijk.
  • Verdere ontwikkeling van (intensieve) ondersteuning aan huis voor kwetsbare gezinnen, al dan niet met inzet van vrijwilligers.
  • Inzetten op een sterk, divers en ondersteunend medewerkersteam: beroepskrachten, vrijwilligers, brugfiguren, interculturele bemiddelaars, ervaringsdeskundigen enz.
  • Overleg dat echt vertrekt vanuit het belang van gezinnen en dat tussen het werkveld, de verschillende beslissingsniveaus én de verschillende domeinen.

Reacties vanuit media en beleid

Enkele media hebben bericht over ons onderzoek, toen dit in februari 2020 aan het publiek werd voorgesteld:

Het rapport was reeds enkele keren het voorwerp van een parlementaire vraag in de Welzijnscommissie van het Vlaams Parlement

  • Op 13 oktober 2020 vroeg Annabel Tavernier (NVA) uitleg aan minister Wouter Beke. Ze vroeg onder meer hoe ver het stond met het traject dat het agentschap Opgroeien heeft opgestart om het geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel verder uit te bouwen en bekend te maken, en welke acties op stapel staan om Nederlandstalige preventieve gezinsondersteunende initiatieven in Brussel beter toegankelijk te maken. 
  • In een tweede tussenkomst op 13 oktober vroeg Annabel Tavernier (NVA) meer expliciet om een reactie op de resultaten van het onderzoek. Ze vroeg welke oorzaken de minister ziet voor het feit dat gezinnen in Brussel moeilijk de weg vinden naar ondersteuning, en hoe hij ervoor wilde zorgen dat er een betaalbaar, laagdrempelig en behoeftedekkend Nederlandstalig aanbod voor gezinsondersteuning aanwezig is in Brussel, 'zodat elk Nederlandstalig gezin toegang heeft tot de ondersteuning dat het behoeft?'
    Naast de minister reageerde ook Celia Groothedde (Groen), met onder meer de bemerking dat dit dossier in de Brusselse realiteit moet worden gezien, en die is complex. 'Het is nog heel zelden zo dat een gezin Nederlandstalig of Franstalig is. De overgrote meerderheid van de kindjes wordt geboren in een meertalig gezin', iets waar Nederlandstalige diensten in Brussel al rekeing mee houden. 'Laten we vooral de Brusselse Nederlandstaligen ondersteunen om verder een goed beleid te voeren,' besluit ze. 
    Lees het volledige verslag van deze interventie.
  • Op 18 februari 2020, kort nadat het rapport was verschenen, vroeg Annabel Tavernier hier reeds uitleg over aan de minister.

Vervolg

In drie wijken van Molenbeek aan de slag

In 2020 ging het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee), met financiële steun van de VGC, aan de slag om het Brusselse gezinsondersteunend aanbod concreet te versterken. We deden dat in drie wijken van Brussel en samen met Brusselse diensten en organisaties.

De bevindingen van dit onderzoek én de sterktes van de diensten en organisaties vormden het kompas om dat te doen.

>> Meer informatie over dit traject vind je hier.